I took a walk in the rain today.
Not the kind of rain that soaks and chills you to the bone.
But the kind of rain that brushes lightly across your cheek.
That gently splatters on your face.
The kind of rain that makes tiny circles in the pond.
Little ones, big ones, in between.
Ik wandelde in de regen vandaag.
Niet het soort regen dat je doordrenkt en verkilt tot op het bot.
Maar het soort regen dat zachtjes je wang aanraakt.
Dat teder spettert op je gezicht.
Het soort dat kleine cirkels maakt in de sloot.
kleine, grote, en daar tussenin.
The kind of rain that makes you quiet down
to hear the little splashes of rain drops.
The kind of rain that makes that lovely smell rise from below.
The kind that doesn't stop the birds from singing.
They continue their song as if it's a bright summer day.
Het soort regen dat maakt dat je stil wordt
om het zachte gespetter van de druppels te horen.
Het soort regen dat die heerlijke geur laat opstijgen.
Het soort regen wat de vogels er niet van weerhoudt om te zingen.
Ze vervolgen hun lied alsof het een prachtige zomerdag is.
I watched the world turn grey and green.
Grey with clouds and wet concrete,
Green with flourishing trees and plants.
I watched flowers gather drops as if they where precious pearls,
and leaves passing on droplets as if they were playing with them.
I listened to raindrops hastening down the rooftops.
I inhaled the fresh scent of my surroundings.
And listened to the sputter spatter on the street.
I took a walk in the rain today.
And I came home refreshed.
Ik keek hoe de wereld in groen en grijs veranderde.
Grijs van wolken en nat beton.
Groen van florerende bomen en planten.
Ik keek hoe bloemen druppels verzamelden als kostbare parels,
en hoe bladeren druppels doorgaven alsof ze ermee speelden.
Ik luisterde hoe regendruppels zich naar beneden haastten door de boomtoppen.
Ik nam de frisse geur van mijn omgeving in me op.
En luisterde naar het gespetter spatter op de straat.
Ik wandelde in de regen vandaag.
En kwam verfrist weer thuis.